Sinds 2017 is CE-markering op kabels verplicht. Alle kabels die in Europa in bouwwerken worden geïnstalleerd moeten sinds 2017 zijn voorzien van een CE-markering met bijbehorende documenten waarin hun brandklasse wordt aangegeven.
Op 1 juli 2017 werd de Europese Bouwproducten Verordening (Construction Products Regulation, CPR) van kracht. Voor het bepalen van deze classificatie dienen fabrikanten de gebouwbekabeling te laten testen en CE-markeren volgens de Europese norm NEN-EN 50575.
NEN 8012
Kabels die niet met een brandklasse zijn gemarkeerd en nog vóór 1 juli 2017 op de markt worden gebracht, mogen ook na deze datum nog in gebouwen worden geïnstalleerd.
De Nederlandse norm NEN 8012 geeft in Bijlage D aan welke kabels de brandveiligheidseigenschappen hebben die horen bij de verschillende CE-markeringsklassen.
Bouwbesluit
Het verschilt per Europees land welke eisen er worden gesteld aan de brandklasse van bekabeling in een gebouw of ruimte. Dit is mede afhankelijk van de gebruiksfunctie. In Nederland zijn deze eisen vastgelegd in het Bouwbesluit.
Uitzondering voor machinekabels
Machinekabels vallen niet onder CPR, in principe ook wanneer machines een groot deel van het gebouw innemen. De kabels voor de gebouw-gebonden (permanente) installaties zoals bijv. verwarmingsinstallaties, ventilatie installaties, koelinstallaties en vaste verlichting vallen wel onder het toepassingsgebied van CPR en hiervoor is de NEN 8012 beschikbaar voor het vaststellen van de classificatie.
Veelgestelde vragen over CE-markering op kabels
Diverse Nederlandse kabelfabrikanten, verenigd in Fedet, hebben een lijst met veelgestelde vragen op de website geplaatst, omdat zij merkten dat er, ook in Nederland, nog veel onduidelijkheid is over dit onderwerp. Zie bijvoorbeeld deze link.