In de praktijk worden vaak de volgende vragen gesteld:
Wie mag een explosieveiligheidsdocument opstellen? Is toetsing van het explosieveiligheidsdocument verplicht?
Het explosieveiligheidsdocument kan worden gezien als een onderdeel van de risico-inventarisatie en -evaluatie van het bedrijf. Dit wordt ook wel een verdiepende RI&E genoemd, omdat hier een verdieping wordt gemaakt op het gevaar van explosies. Zie artikel 3.5c van het Arbobesluit:
De gevaren in verband met explosieve atmosferen en de bijzondere risico’s die daaruit kunnen voortvloeien, worden in het kader van de risico-inventarisatie en evaluatie, bedoeld in artikel 5 van de wet, voor de aanvang van de arbeid en bij iedere belangrijke wijziging, uitbreiding of verbouwing van de arbeidsplaats, de arbeidsmiddelen of het arbeidsproces, in hun geheel beoordeeld en schriftelijk vastgelegd in een explosieveiligheidsdocument.
Iedereen mag een RI&E en dus ook een explosieveiligheidsdocument opstellen. In de Arbowet worden geen deskundigheidseisen genoemd. De RI&E en ook het EVD moet echter wel worden getoetst, dit kan door een kerndeskundige, zoals een gecertificeerde hogere veiligheidskundige, arbeidshygiënist, arbeids- en organisatiedeskundige, bedrijfsarts of een gecertificeerde arbodienst. Indien een kerndeskundige zelf de RI&E heeft opgesteld, kan het toetsen achterwege blijven, hoewel dit laatste niet wenselijk is.
Toetsing van het explosieveiligheidsdocument: waar kijk je naar?
Bij een toetsing van de RI&E in het algemeen of een EVD in het bijzonder wordt met name gekeken naar:
- volledigheid: check het EVD middels een controlelijst of deze compleet is
- betrouwbaarheid: komt het EVD overeen met de werkelijkheid
- actualiteit: wordt de actuele situatie weergegeven en zijn de nieuwste voorschriften toegepast
Een explosieveiligheidsdocument kan worden beschouwd als een verdiepende RI&E en ook deze moet worden getoetst. Er bestaan echter verschillende soorten toetsingen. Voor bedrijven met ten hoogste 40 uur arbeid per week en ten hoogste 25 werknemers zijn er uitzonderingen.
De toetsing van het explosieveiligheidsdocument dient te geschieden door een hierboven genoemde kerndeskundige die op het gebied van explosieveiligheid voldoende kennis heeft. In de Leidraad RIE-Toets (zie download) staat in het algemeen dit nader omschreven. Let op: de Leidraad RIE-toets is al een verouderd document en gaat niet specifiek in op het onderwerp EVD. De Leidraad RIE-toets zegt niets over wel of niet toetsen, maar over de expertise die je moet hebben om te toetsen.
De aantoonbaarheid van voldoende kennis op het gebied van explosieveiligheid kan bijvoorbeeld doordat de kerndeskundige in het bezit is van IECEx persoonscertificaten of andere gelijkwaardige certificaten.
Is het onderwerp explosieveiligheid maar zeer beperkt in de organisatie aanwezig, dan kan het EVD ook worden meegonomen in de toetsing van de algemene RI&E. Is het onderwerp explosieveiligheid grootschalig aanwezig, dan zal het EVD ook apart getoetst moeten worden.
Waarom zou je het EVD laten toetsen?
Ten eerste omdat het wettelijk verplicht is. Ten tweede (en volgens ons het belangrijkst) om feedback te krijgen omtrent de volledigheid, betrouwbaarheid en de actualiteit van het EVD.
Hoort het Plan van aanpak ook bij de toetsing?
Bij het toetsen van een EVD wordt uiteraard ook naar het plan van aanpak gekeken. Belangrijk hierbij is dat is aangeven wat er nog gedaan moet worden en welke planning daarbij hoort. Voor het toetsen is het niet noodzakelijk dat alle actiepunten al zijn opgelost. De prioriteit is afhankelijk van de hoogte van het risico.
Wie mag het EVD toetsen?
Het EVD dient door een kerndeskundige, zoals een gecertificeerde hogere veiligheidskundige, arbeidshygiënist, arbeids- en organisatiedeskundige, bedrijfsarts of een gecertificeerde arbodienst te worden getoetst. Maar wie is dan het meest geschikt? Uiteraard ligt het voor de hand om een kerndeskundige te vragen die ook inhoudelijk omtrent ATEX voldoende kennis heeft. Zelfstandig gecertificeerde deskundigen staan geregistreerd in het register van Hobéon SKO of in het register van DNV.