Een dieplader met hydraulische cilinders voor bijvoorbeeld de rijplaten, kiepfunctie of de steunpoot wordt beschouwd als een machine. De dieplader bevat immers aangedreven bewegende delen. Het feit dat de hydrauliekpomp op de tractor zit, maakt de dieplader desondanks een voltooide machine. De dieplader moet een typeplaat hebben met onder andere het CE-teken en naam + adres van de fabrikant en andere relevante aanduidingen. Verder dient er een II.1.A verklaring en gebruiksaanwijzing aanwezig te zijn.
Stel dat er op de dieplader geen hydraulische cilinders aanwezig zijn en ook geen andere aangedreven bewegende delen, dan valt de dieplader niet onder de machinerichtlijn en krijgt dan geen CE-markering. Dit betekent niet dat er geen eisen worden gesteld aan de dieplader. De dieplader valt dan wel onder de regels voor aanhangwagens voor op de openbare weg. Deze regels zijn ook van toepassing als het wel een machine zou zijn, zoals geschetst in het eerste gedeelte van deze vraag.