In principe hanteren we de zogenaamde starre relatie voor gebruik van ATEX apparatuur in gevarenzones, zoals deze ook staat beschreven in de ATEX 153 richtlijn en in het Arbobesluit. Dus als volgt:
Zone 0 of 20 = categorie 1 apparatuur gebruiken of EPL Ga of Da
Zone 1 of 21 = categorie 1 of 2 apparatuur gebruiken of EPL Ga Gb of Da Db
Zone 2of 22 = categorie 1 of 2 of 3 apparatuur gebruiken of EPL Ga Gb Gc of Da Db Dc
Het begrip EPL is onder andere geïntroduceerd om wat meer vrijheid te geven in de keuze van apparatuur. Indien apparatuur moet worden gekozen op basis van de ATEX zone en een EPL is niet gespecificeerd, dan geldt de relatie zoals in de tabel beschreven.
Stel op een afgelegen locatie staat een pomp. Iemand heeft dit ingedeeld als een zone 1. Volgens de starre relatie moet daar minimaal categorie 2 worden toegepast. Volgens de nieuwe IEC 60079-10-1 / -14 / -17 mag dit gebied mogelijk als EPL Gc ofwel categorie 3 worden aangeduid, indien het risico voldoende laag is, omdat het een afgelegen locatie betreft. Dus niet meer standaard categorie 2 of Gb, nee de eigenaar van de zone beslist dat categorie 3 of Gc wel voldoende is. De vrijheid in keuze is natuurlijk zeer ter discussie. Wij hanteren deze vrijheid niet en passen de relatie toe zoals in onderstaande tabel.