Een acetyleencilinder op een laskar of branderkar hoort zeker thuis in een ATEX explosieveiligheidsdocument. Maar let wel op hoe u hierbij de NPR 7910-1 gaat toepassen.
Het reduceerventiel en de aansluiting van de slangen zijn volgens de NPR 7910-1 als een secundaire bron te beschouwen. Dit geeft in principe dan een gevarenzone 2. Stel dat de werkplaats alleen natuurlijke ventilatie heeft met gematigde capaciteit (zie NPR 7910-1), dan zou de hele werkplaats een gevarenzone 2 worden. Dit is een ongewenste situatie en ook teveel van het goede. Immers dan zou de draaibank, kolomboormachine, etc. etc. explosieveilig moeten worden uitgevoerd.
Het ATEX zoneren bij een laskar geeft een zeer beperkte ATEX zone. Andere praktijkrichtlijnen geven een zeer beperkte gevarenzone aan rondom de kop van de cilinder. Denk hierbij aan een gevarenzone 2 (IIC T2) met een straal van 0,5 m rondom de kop van de fles. De reduceerventielen, slangen en brander geven geen gevarenzone, op basis van periodieke inspectie. Bij de brander kunnen we een afwijkend gebied definiëren.
Dus belangrijk is inspectie van de
Denk er aan dat u de laskar zoveel mogelijk opslaat buiten de werkplaats in een gashok.