Gasexplosies zijn niet per definitie risicovoller dan stofexplosies.
Risico is de combinatie van kans en effect. In gebieden met gasexplosiegevaar is men doorgaans veel bewuster van de gevaren en risico’s dan in gebieden met stofexplosiegevaar. Ook wordt gasexplosiegevaar gevoelsmatiger als risicovoller ervaren dan stofexplosiezones. Een meelsilo direct naast een particuliere woning is gevoelsmatig een lager risico dan een grote gastank.
Gassen ontsteken over het algemeen veel gemakkelijker dan stoffen. De ontstekingsenergie van gassen is veel kleiner dan die van stoffen. Derhalve worden van oudsher al vele maatregelen genomen om vonken en hete oppervlakken te voorkomen in gebieden met gasexplosiegevaar.
De maximale explosiedruk bij gassen en stoffen zijn ongeveer even groot. Polyethyleen stof heeft een Pmax van circa 7 bar en methaan circa 8 bar.
De effecten van stofexplosies zijn doorgaans even ernstig dan die bij gasexplosies.
Grote gaswolken kunnen aanleiding geven tot detonaties, deze hebben een zeer verwoestend effect. Drukken kunnen daarbij oplopen tot 100 bar. Voorbeelden van detonaties zijn zogenaamde Vapour Cloud Explosies VCE. Deze ontstaan door bijvoorbeeld een grote hoeveelheid brandbare vloeistof die een grote brandbare wolk heeft gevormd n vervolgens tot ontsteking komt.