De NPR 7910-1 geeft standaard zone-afmetingen voor lekdebieten tot 10 gram/s. Bij grotere lekdebieten dient de afmeting van de gevarenzone te worden berekend. Een praktijkvoorbeeld, naar aanleiding van een inspectie door ISZW, waar de volgende opmerking wordt gemaakt bij een biovergistingstank:
“De afmetingen van de gevarenzones bij de veiligheidsafblazen dienen door berekening te worden vastgesteld”.
De afmetingen van de ATEX zones worden voor een groot gedeelte bepaald door het zogenaamde lekdebiet. In de NPR 7910-1 worden de afmetingen als volgt aan het lekdebiet gekoppeld:
- lekdebiet tot 1 gram /.s: R1= 1 meter
- lekdebiet 1 – 10 gram /s: R1 = 7 meter
- lekdebiet groter dan 10 gram /s: afmetingen berekenen
Wat is het lekdebiet?
Het lekdebiet is de hoeveelheid gas of damp, maar niet de hoeveelheid vloeistof, die vrij kan komen uit een installatie.
Uit een veiligheidsafblaas op de betreffende biovergistingstank werd met een lekdebiet van circa 150 gram / seconde gerekend. Dit is beduidend meer dan 10 gram / s. Daarom is een berekening van de gevarenzone-afmeting is hier zeker op zijn plaats.
Voor grote lekdebieten dienen de afmetingen van de gevarenzones dus te worden berekend. Maar hoe doen we dat?
Hoe bereken je afmetingen van ATEX zones?
Er zijn verschillende methodieken beschikbaar.
Berekening via de ‘release characteristic’
Met de IEC 60079-10-1 kan met de zogenaamde “release characteristic” de afmeting van de zone worden bepaald. Met behulp van figuur D.1 uit de IEC 60079-10-1 kan de afstand van de zone worden bepaald, op basis van de release characteristic [lekdebiet / (dichtheid x veiligheidsfactor x LEL)].
Afmetingen van ATEX zones berekenen met behulp van software
Een andere methode is het gebruik van sofware. Er zijn diverse software programma’s beschikbaar, zoals Fred, Qvent, Flacs, Phast / Safeti, Qvent, Openfoam (open source). Het gebruik van software vergt wel de nodige voorbereiding.