Moet de ventilator van een afzuigsysteem dubbel worden uitgevoerd?

Let op! Berichten kunnen verouderd zijn, controleer altijd de actuele wet- en regelgeving.

In een ruimte waarin brandbare vloeistoffen worden overgetapt is ruimtelijke ventilatie aanwezig. Een ventilator zorgt ervoor dat de lucht uit de ruimte wordt afgezogen. Moet een dergelijke ventilator dan dubbel worden uitgevoerd? Immers, indien de ventilator uitvalt, dan is er geen ventilatie meer en kan zich een gevaarlijke explosieve atmosfeer vormen.

We gaan dit toelichten naar aanleiding van een inspectie door ISZW waarbij de volgende opmerking wordt gemaakt:

In de opstellingsruimte van de vulmachine (ethanol) is de ruimtelijke ventilatie niet voorzien van een tweede ventilator, derhalve dient niet Ex-materieel in de ruimte te worden verwijderd.

In een grote hal, 30 m x 30 m x 4 meter hoog staat een vulmachine opgesteld voor het vullen van vaten met ethanol.
Vaten vulmachine (bron: www.feige.de)

Situatieschets: grote hal met vulmachine voor vaten ethanol

In een grote hal, 30 m x 30 m x 4 meter hoog staat een vulmachine opgesteld voor het vullen van vaten met ethanol.

De hal wordt ruimtelijk geventileerd met een ventilatievoud van 7. Het ventilatiesysteem is opgebouwd uit diverse luchtkanalen en één ventilator. Deze ventilator staat buiten op het dak opgesteld en zuigt de lucht uit de ruimte. De ventilatie wordt bewaakt en bij uitval wordt een alarm gegeven en wordt de toevoer naar de vulmachine automatisch afgesloten. Het vullen van de vaten stopt. De vaten moeten bij een alarm handmatig worden gesloten.

Plaatselijke afzuiging

Verder is de vulmachine voorzien van een plaatselijke afzuiging. Tijdens het vullen van de vaten is deze plaatselijke afzuiging actief. Zodra de machine stopt met vullen, wordt ook de plaatselijke afzuiging uitgeschakeld. Voor deze plaatselijke afzuiging is een tweede ventilator aanwezig, deze staat eveneens op het dak opgesteld. Deze plaatselijke afzuiging wordt ook bewaakt, indien de plaatselijke afzuiging niet functioneert, geeft de machine een alarm en kan er niet worden gevuld.

In het EVD is deze situatie, het vullen van de vaten, beschreven als een primaire gevarenbron waarbij ruimtelijke ventilatie aanwezig is met goede beschikbaarheid en voldoende capaciteit. Immers, bij uitval van de ventilatie stopt de toevoer naar de vulmachine. Rondom de vulmachine is een zone 1 met een straal van 1 meter gedefinieerd en 1 m verbreding (hoedjesmodel volgens de NPR 7910-1). Zie tabel 7 van de NPR 7910-1. Buiten deze zone zijn verlichtingen en andere apparatuur geplaatst, deze zijn niet explosieveilig.

ISZW is in deze situatie van mening dat er geen sprake is van goede beschikbaarheid, omdat de vaten, na uitval van de ventilatie, niet automatisch worden afgesloten, dit moet immers handmatig gebeuren. Tevens valt bij uitval van de machine ook de plaatselijke ventilatie uit.

Ventilatiebeschikbaarheid volgens NPR 7910-1

Volgens de NPR 7910-1 par. 8.3.3.2 is er, naast een tweede ventilator, ook sprake van goede beschikbaarheid in de volgende omstandigheden: Indien een voorziening is aangebracht die bij een ventilatiestoring het vrijkomen van brandbare substantie rechtstreeks verhindert (door automatisch wegnemen van de gevarenbron, zoals het stoppen van een proces), wordt de beschikbaarheid van de ventilatie eveneens als goed beschouwd.

De uitleg volgens de NPR 7910-1 betekent het volgende:

  • ofwel er is sprake van goede beschikbaarheid door het toepassen van twee ventilatoren ten behoeve van de ruimtelijke ventilatie;
  • ofwel er is sprake van het automatisch wegnemen van de gevarenbron indien de ventilatie uitvalt. Hierbij is dan één ventilator voldoende.

Wanneer we naar dit voorschrift kijken heeft ISZW een punt. Immers de vaten blijven open en worden bij uitval van de ventilatie niet automatisch gesloten. Dus de gevarenbron wordt niet automatisch weggenomen.

De ventilatie kan niet worden beschouwd als “goede beschikbaarheid”, maar als voldoende beschikbaarheid. Hierdoor wordt de zonering anders, namelijk zone 1 met r=1 m (hoedjesmodel) rondom de vulmachine en zone 2 voor de rest van de ruimte. (zie tabel 7 NPR 7910-1). Derhalve dient alle apparatuur in de hal explosieveilig te zijn uitgevoerd volgens zone 2.

Oplossingen voor verbeteren explosieveiligheid

Nu zijn er een aantal mogelijke oplossingen (onderstaande lijst is niet uitputtend!):

  1. Alle normale apparatuur in de ruimte vervangen voor Ex-materieel.
  2. Een tweede ventilator plaatsen ten behoeve van de ruimtelijke ventilatie, zodat er sprake is van goede beschikbaarheid.
  3. Een voorziening maken die de vaten automatisch sluit.
  4. De situatie nog eens doorrekenen met de IEC 60079-10-1.

Er zal een overweging moeten worden gemaakt, welke van de mogelijke oplossingen in dit geval het meest praktisch is.